Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 32:19-30 BasisBijbel (BB)

19. U bent wijs en U doet machtige dingen. U ziet alles wat de mensen doen. U geeft ieder mens wat hij verdiend heeft met de dingen die hij heeft gedaan, goed of slecht.

20. U heeft wonderen gedaan, vroeger in Egypte en nu nog steeds. Niet alleen in Israël, maar ook bij andere mensen. U heeft ervoor gezorgd dat U overal bekend bent geworden.

21. U heeft uw volk Israël op een geweldige manier uit Egypte bevrijd, met tekenen, wonderen en grote rampen.

22. U heeft hun dit land gegeven. Het is het land waarvan U aan hun voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] gezworen had dat U het hun zou geven, een goed en prachtig land.

23. Maar toen ze hier gekomen waren en het veroverd hadden, luisterden ze niet naar U. Ze wilden uw wetten niet gehoorzamen. Ze hebben niets gedaan van alles wat U hun had bevolen. Daarom heeft U nu al deze ellende over hen laten komen.

24. Het leger staat al vlak voor de stad. Ze hebben een wal opgeworpen om over de muur te kunnen klimmen. Ze zullen Jeruzalem veroveren. U geeft de stad in de macht van de Babyloniërs. De mensen zullen sterven door het zwaard, de honger en de pest. Alles wat U gezegd heeft, is ook gebeurd.

25. Toch zegt U tegen mij, Heer, dat ik die akker moet kopen voor de prijs die ervoor gevraagd werd, en de koopbrief door getuigen moet laten ondertekenen. Maar waarom? Want U heeft de stad in de macht van de Babyloniërs gegeven!"

26. Toen antwoordde de Heer mij:

27. "Ik ben de Heer, de God van alle mensen. Zou voor Mij iets te wonderlijk zijn?

28. Daarom zeg Ik: Ik geef deze stad in de macht van de Babyloniërs en van hun koning Nebukadnezar. Jeruzalem zal veroverd worden.

29. Het leger van de Babyloniërs zal de stad binnen komen en in brand steken. Alle huizen waarop de mensen brand-offers en wijn-offers hebben gebracht voor Baäl en andere goden, zullen afbranden. Want ze hebben Mij heel erg kwaad gemaakt met die offers.

30. De bewoners van het koninkrijk Israël en de bewoners van het koninkrijk Juda hebben hun hele leven altijd alles gedaan wat Ik verboden heb. Ze hebben Mij aldoor woedend gemaakt met alles wat ze deden, zegt de Heer.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 32