19. U bent wijs en U doet machtige dingen. U ziet alles wat de mensen doen. U geeft ieder mens wat hij verdiend heeft met de dingen die hij heeft gedaan, goed of slecht.
20. U heeft wonderen gedaan, vroeger in Egypte en nu nog steeds. Niet alleen in Israël, maar ook bij andere mensen. U heeft ervoor gezorgd dat U overal bekend bent geworden.
21. U heeft uw volk Israël op een geweldige manier uit Egypte bevrijd, met tekenen, wonderen en grote rampen.
22. U heeft hun dit land gegeven. Het is het land waarvan U aan hun voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] gezworen had dat U het hun zou geven, een goed en prachtig land.