Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 30:10-16 BasisBijbel (BB)

10. Mijn volk Israël, wees niet bang, zegt de Heer. Want Ik zal jullie uit verre landen bevrijden. Ik red jullie kinderen uit het land waar ze als gevangenen moesten wonen. Jullie zullen terugkomen en in vrede kunnen wonen. Niemand zal jullie nog opjagen.

11. Want Ik ben met jullie, zegt de Heer. Ik zal jullie redden. Want Ik zal voorgoed afrekenen met alle volken waarheen Ik jullie wegjoeg. Maar met jullie zal Ik niet voorgoed afrekenen. Ik zal jullie alleen rechtvaardig straffen. Want Ik kan niet doen alsof jullie onschuldig zijn.

12. Want de Heer zegt: Vrouwe Jeruzalem, je bent zwaargewond, doodziek.

13. Er is niemand die iets voor je kan doen. Voor jouw ziekte zijn er geen medicijnen.

14. Al je mannen zijn je vergeten. Ze kijken niet meer naar je om. Ik heb je zwaar gestraft, alsof je mijn vijand was. Want je hebt heel veel vreselijke dingen gedaan.

15. Waarom schreeuw je dat je zoveel pijn hebt en dat je doodgaat? [ Het is je eigen schuld. ] Ik doe jou dit aan omdat je heel veel vreselijke dingen hebt gedaan.

16. Maar de volken die jou nu verslinden, zullen zelf verslonden worden. Al je vijanden zullen zelf gevangen meegenomen worden. Iedereen die jou berooft en leegplundert, zal zelf beroofd en leeggeplunderd worden.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 30