Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 3:14-21 BasisBijbel (BB)

14. [ De Heer zei: ] "Kom terug, mijn weggelopen kinderen, zegt de Heer. Want jullie horen bij Mij. Mijn volk, Ik ben met jou getrouwd. Ik zal een heel klein aantal van jullie naar Jeruzalem terugbrengen. Eén uit een hele stad, twee uit een hele familie.

15. Ik zal jullie goede herders geven, herders die jullie leiden zoals Ik het wil. Ze zullen jullie met wijsheid leiden.

16. Ooit zullen jullie weer een groot volk geworden zijn in het land. In die tijd zal er niet meer gesproken worden over de kist van het verbond . Niemand zal er nog aan denken. Niemand zal er nog heen willen gaan. Hij zal vergeten zijn. Daarom zal er ook geen nieuwe kist meer gemaakt worden.

17. In die tijd zal Jeruzalem 'Troon van de Heer' worden genoemd. Alle volken zullen Mij in Jeruzalem komen aanbidden. Ze zullen geen slechte dingen meer doen.

18. In die tijd zal Juda naar Israël gaan. Ze zullen samen uit het land in het noorden terugkomen naar het land dat Ik aan jullie voorouders gegeven heb.

19. Ik was van plan om jou, Israël, een plaats tussen mijn zonen te geven. Ik had je een prachtig land gegeven, het mooiste land dat er is! Ik had gedacht dat je Mij je Vader zou noemen, en dat je altijd bij Mij zou blijven.

20. Maar zoals een vrouw die ontrouw wordt aan haar man, zo ben jij ontrouw aan Mij geworden, zegt de Heer.

21. Hoor! Op de heuvels huilt het volk Israël smekend om hulp. Ze hebben de verkeerde weg gekozen. Ze zijn hun Heer God vergeten.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 3