Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 3:1-3 BasisBijbel (BB)

1. [ De Heer zei: ] "Als een man zijn vrouw wegstuurt en zij trouwt met een andere man, zal haar eerste man haar dan nog terug willen hebben? Natuurlijk niet. Als zoiets in een land gebeurde, zou dat het land [ geestelijk ] bederven. Jij, Israël, hebt heel veel mannen gehad. Toch wil Ik dat je bij Mij terugkomt.

2. Kijk eens rond naar de heuvels om je heen. Wijs er eens één aan waar je níet met een man geslapen hebt? Langs de kant van de weg zat jij [ als een hoer ] op mannen te wachten, zoals een Arabier in de woestijn reizigers opwacht [ om ze te beroven ]. Je hebt het land bedorven met je ontrouw en je slechtheid.

3. Daarom heb Ik het er voor straf niet meer laten regenen. Daarom is de lenteregen niet gevallen. Maar jij loopt rond als een hoer en je weigert je ervoor te schamen.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 3