Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 15:12-21 BasisBijbel (BB)

12. Maar het ijzer en koper uit het noorden zijn door geen ijzer te breken! [ Niemand zal het machtige leger uit het noorden kunnen tegenhouden. ]

13. Ik zal al jullie rijkdom en al jullie schatten als buit meegeven aan de vijand. Dat doe Ik omdat iedereen in het hele land Mij aldoor ongehoorzaam is.

14. En Ik zal jullie als slaven meegeven aan de vijand, in een ver land. Want mijn woede is als een vuur dat jullie zal verbranden."

15. [ Jeremia zegt: ] "Heer, vergeet me niet. Kom voor mij op tegen mijn vijanden! Heb niet zó lang geduld met hen, dat ze me kunnen doden. Heer, vergeet niet dat het allemaal vanwege U is dat de mensen mij zo slecht behandelen.

16. Elke keer als U tegen me sprak, verslond ik uw woorden. Ik genoot ervan. Ik werd er gelukkig van. Want U bent mijn Heer, de God van de hemelse legers.

17. Ik ben niet bevriend met mensen die met U spotten. Ik lach niet met hen mee. Doordat ik U dien, ben ik helemaal alleen. Want ik ben vol van uw woede [ over de ongehoorzaamheid van mijn volk ].

18. Waarom heb ik altijd pijn en verdriet? Maakt U daar ooit een eind aan? Kan ik wel op U rekenen? U lijkt op een beek die opdroogt, zodat je niet zeker weet of je er water zal vinden of niet."

19. De Heer antwoordde Jeremia: "Ik wil niet dat je zulke dingen zegt. Neem het terug, dan mag je weer bij Mij komen. Alleen als je goede gedachten over Mij weet te scheiden van de verkeerde gedachten, kun je namens Mij spreken. Jij moet niet naar de andere mensen luisteren. Nee, de mensen moeten naar joú luisteren.

20. Niemand zal jou kwaad kunnen doen. Ik maak je zo onkwetsbaar als een sterke koperen muur. Ze zullen wel tegen je strijden, maar ze zullen je niet overwinnen. Want Ik ben bij je. Ik zal je helpen en redden, zegt de Heer.

21. Ik zal je redden uit de macht van slechte mensen. Ik zal je beschermen tegen iedereen die jou kwaad wil doen."

Lees verder hoofdstuk Jeremia 15