Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 15:1-5 BasisBijbel (BB)

1. Maar de Heer antwoordde mij: "Zelfs als Mozes en Samuel samen bij Mij voor mijn volk zouden pleiten, dan zou Ik mijn volk nog steeds niet willen helpen. Uit mijn ogen ermee! Laten ze weggaan!

2. Als ze je vragen: 'Wat moet er van ons worden?' Zeg dan tegen hen: 'De Heer zegt: Dit is jullie bestemming: een deel van jullie zal sterven. Sommigen door het zwaard, anderen door de honger. En de rest zal gevangen meegenomen worden.'

3. Want Ik zal hen op vier verschillende manieren straffen. Het zwaard zal hen doden. De honden zullen de lijken wegslepen. De wilde dieren en de vogels zullen die opeten.

4. Alle andere volken zullen geschokt zijn als ze ervan horen. Dit is de straf voor de vreselijke dingen die koning Manasse van Juda in Jeruzalem heeft gedaan.

5. Wie zal nog goedpraten wat je hebt gedaan, Jeruzalem? Wie zal nog medelijden met je hebben? Wie zal een omweg voor je maken om te vragen hoe het met je gaat?

Lees verder hoofdstuk Jeremia 15