Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 14:1-4 BasisBijbel (BB)

1. Dit is wat de Heer tegen Jeremia zei over een lange tijd van droogte.

2. "Juda treurt, want het gaat slecht met het land. Het gaat slecht in de steden. De mensen zitten verdrietig in rouwkleren op de grond. De bewoners van Jeruzalem jammeren.

3. De rijke mensen sturen hun knechten er op uit om water te halen. Ze komen bij de putten, maar er is geen water. Ze komen met lege kruiken terug. Ze kunnen hun meesters niet gehoorzamen. Van schaamte bedekken ze hun gezicht.

4. De boeren zijn bedroefd. Want ze kunnen niet meer voor de akkers zorgen. De grond is gebarsten van de droogte, doordat het niet meer regent.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 14