Oude Testament

Nieuwe Testament

Hooglied 2:10-17 BasisBijbel (BB)

10. Mijn liefste wil me spreken. Hij zegt:'Mijn schat, sta op, mooi meisje, en kom!

11. Want de winter is voorbij,het regent niet meer.

12. De bloemen bloeien en de vogeltjes zingen.Overal hoor je de tortelduiven koeren.

13. Er zitten al vijgen in de vijgenboom.De wijnstruiken staan al in bloei en geuren heerlijk.Mijn schat, sta op, mooi meisje, en kom!

14. Duifje van me, kom uit je rotsspleet!Kom uit je schuilplaats in de rots!Laat me je zien, laat mij je stem horen.Want jouw stem klinkt mij als muziek in de oren.En je bent zo mooi!

15. Ga voor ons de vossen vangen,die kleine vossen die onze wijngaard vernielen nu die in bloei staat.'

16. Mijn liefste is van mij en ik ben van hem.Ik ben van hem die zijn schapen tussen de lelies hoedt.

17. Als de dag aanbreekt en het donker verdwijnt,kom dan hierheen, springend als een gazelle, liefste,springend als een hertenjong op de bergen."

Lees verder hoofdstuk Hooglied 2