Oude Testament

Nieuwe Testament

Hooglied 1:14-17 BasisBijbel (BB)

14. Hij is als een tros hennabloemenuit de wijngaarden van Engedi."

15. [ Hij: ] "Wat ben je toch mooi, mijn liefste,wat ben je toch mooi!Je hebt de ogen van een duif."

16. [ Zij: ] "Liefste, wat ben je mooi,wat is het heerlijk bij je.Het gras en mos zijn ons bed.

17. De cederbomen zijn de balken van ons daken de cipressen zijn de muren van ons huis."

Lees verder hoofdstuk Hooglied 1