Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 45:12-19 BasisBijbel (BB)

12. Geloof me! Jullie en Benjamin zien toch zelf dat ik het ben!

13. Vertel aan mijn vader hoe rijk en belangrijk ik ben in Egypte. Vertel hem alles wat jullie hebben gezien. Breng hem zo gauw mogelijk hier naartoe!"

14. Toen omhelsde hij huilend zijn broer Benjamin. Ook Benjamin huilde toen hij Jozef omhelsde.

15. Jozef kuste al zijn broers en omhelsde hen huilend. Toen pas durfden zijn broers met hem te praten.

16. De Farao hoorde dat Jozefs broers waren gekomen. Hij en zijn dienaren waren blij voor Jozef.

17. De Farao zei tegen Jozef: "Zeg tegen je broers: 'Laad de zakken graan op jullie dieren en ga naar Kanaän.

18. Haal jullie vader en jullie gezinnen op. Kom dan naar mij toe. Ik zal jullie het beste van Egypte geven. Jullie zullen meer dan genoeg te eten hebben.

19. Ik zal bevel geven dat jullie uit Egypte wagens voor jullie vrouwen en kinderen meekrijgen. Breng jullie vader mee en kom hierheen.

Lees verder hoofdstuk Genesis 45