Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 41:4-9 BasisBijbel (BB)

4. En de magere, lelijke koeien aten de zeven dikke, mooie koeien op. Toen werd de Farao wakker.

5. Daarna viel hij weer in slaap. Hij kreeg voor de tweede keer een droom. Zeven dikke, mooie koren-aren groeiden uit één stengel.

6. Daarna groeiden er uit diezelfde stengel ook nog zeven dunne aren. Ze waren verdroogd door de hete oostenwind.

7. En de zeven dunne aren aten de zeven dikke, volle aren op. Toen werd de Farao wakker. Het was maar een droom.

8. De volgende morgen was hij erg onrustig over wat hij had gedroomd. Hij liet alle tovenaars en wijze mannen van Egypte komen en vertelde hun zijn dromen. Maar niemand van hen kon de dromen uitleggen.

9. Toen zei de wijnschenker tegen de Farao: "Ik moet opeens denken aan die keer dat ik iets verkeerds gedaan had.

Lees verder hoofdstuk Genesis 41