Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 31:4-9 BasisBijbel (BB)

4. Jakob liet Rachel en Lea naar het veld komen waar hij met zijn kudden was.

5. Hij zei tegen hen: "Ik heb gemerkt dat jullie vader niet meer zo vriendelijk naar me kijkt als eerst. Maar de God van mijn vader is met mij geweest.

6. Ook weten jullie zelf dat ik heel erg hard voor jullie vader heb gewerkt.

7. Maar hij heeft mij bedrogen en mijn loon wel tien keer veranderd. Maar God heeft ervoor gezorgd dat ik daar geen last van had.

8. Als Laban zei: 'Jij mag de gespikkelde dieren als beloning hebben,' dan kregen alle dieren gespikkelde jongen. En als hij zei: 'Jij mag de gestreepte dieren als beloning hebben,' dan kregen alle dieren gestreepte jongen.

9. Zo heeft God het vee van jullie vader afgenomen en aan mij gegeven.

Lees verder hoofdstuk Genesis 31