Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 31:20-28 BasisBijbel (BB)

20. En Jakob kon ongemerkt bij Laban vertrekken, want hij vertelde hem niet dat hij vertrok.

21. Zo vluchtte hij weg met alles wat van hem was, stak de Rivier [ de Eufraat ] over en reisde in de richting van de bergen van Gilead.

22. Drie dagen later kreeg Laban te horen dat Jakob was gevlucht.

23. Hij nam een aantal mannen uit zijn familie mee en achtervolgde hem zeven dagen lang. In de bergen van Gilead haalde hij hem in.

24. Maar God kwam 's nachts in een droom naar de Arameeër Laban toe. Hij zei tegen hem: "Pas op! Ik wil niet dat je ook maar íets verkeerds tegen Jakob doet of zegt!"

25. Toen Laban Jakob inhaalde, had Jakob zijn tenten opgezet in de bergen van Gilead. Ook Laban en zijn familieleden zetten daar hun tenten op.

26. Laban zei tegen Jakob: "Waarom ben je zo stiekem vertrokken? Je hebt mijn dochters meegenomen alsof ze krijgsgevangenen zijn!

27. Waarom ben je gevlucht? Waarom heb je me bedrogen en heb je me niets gezegd? Ik zou een afscheidsfeest voor je hebben gehouden!

28. Maar je hebt me niet eens de kans gegeven om mijn kleinkinderen en mijn dochters te omhelzen. Belachelijk!

Lees verder hoofdstuk Genesis 31