Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 26:26-31 BasisBijbel (BB)

26. Abimelech kwam vanuit Gerar naar hem toe, met zijn vriend Ahuzzat en zijn legeraanvoerder Pichol.

27. Izaäk zei tegen hen: "Waarom komen jullie naar me toe? Jullie haten me toch? Jullie hadden mij toch weggestuurd?"

28. Ze zeiden: "We hebben duidelijk gezien dat de Heer met je is. Laten we daarom samen een eed zweren. Laten we met elkaar een verbond sluiten dat je ons geen kwaad zal doen.

29. Want wij hebben jou ook geen kwaad gedaan. We zijn alleen maar goed voor je geweest en hebben je in vrede laten vertrekken. En het is duidelijk dat de Heer goed voor jou is."

30. Toen maakte hij een [ verbonds ]maaltijd voor hen klaar en ze aten en dronken.

31. De volgende dag stonden ze vroeg op en zwoeren elkaar de eed. Toen bracht Izaäk hen een eind op weg en ze vertrokken in vrede.

Lees verder hoofdstuk Genesis 26