Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 25:9-12 BasisBijbel (BB)

9. Zijn zonen Ismaël en Izaäk begroeven hem in de grot van Machpela, in de akker van Efron, de zoon van de Hetiet Zohar.

10. Die akker ligt bij Mamré. Het is de akker die Abraham van de Hetieten had gekocht. Daar werd hij begraven bij zijn vrouw Sara.

11. Na Abrahams dood zegende God zijn zoon Izaäk, die bij de put Lachai-Roï woonde.

12. Dit is de familie van Ismaël, de zoon van Abraham en de Egyptische vrouw Hagar. Hagar was de slavin van Sara.

Lees verder hoofdstuk Genesis 25