Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 25:16-21 BasisBijbel (BB)

16. Dit zijn de twaalf zonen van Ismaël. Hun dorpen en tentenkampen zijn naar hen genoemd. Elke zoon was koning van zijn stam.

17. Ismaël was 137 jaar toen hij stierf.

18. En deze stammen woonden van Havila tot Sur, dat ten oosten van Egypte ligt, in de richting van Assur. Ze woonden bij elkaar in de buurt.

19. Dit is de familie van Izaäk, de zoon van Abraham. Abraham had een zoon gekregen: Izaäk.

20. Izaäk was 40 jaar toen hij met Rebekka trouwde. Zij was de dochter van Betuël, de Arameeër uit Paddan-Aram. Laban was haar broer.

21. Izaäk bad vurig voor zijn vrouw, want ze kon geen kinderen krijgen. De Heer verhoorde zijn gebed en Rebekka raakte in verwachting.

Lees verder hoofdstuk Genesis 25