Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 24:12-16 BasisBijbel (BB)

12. Hij bad: "Heer, God van mijn heer Abraham, wilt U ervoor zorgen dat ik vandaag het juiste meisje ontmoet. Wees alstublieft goed voor mijn heer Abraham.

13. Ik sta hier bij de waterbron en de meisjes van de stad komen hier nu water halen.

14. Ik zal tegen één van de meisjes zeggen: 'Wil je mij wat water uit je kruik laten drinken?' Als ze mij dan antwoordt: 'Drink, en ik zal ook uw kamelen te drinken geven,' dan weet ik dat U háár aanwijst als vrouw voor Izaäk. Dan weet ik dat U goed wil zijn voor mijn heer."

15. Hij was nog niet eens uitgesproken, toen Rebekka de stad uit kwam met haar kruik op haar schouder. Rebekka was de dochter van Betuël, die een zoon was van Milka, de vrouw van Abrahams broer Nahor.

16. Ze was een heel mooi meisje. Ze was ongetrouwd en nog met niemand verloofd. Ze liep naar beneden naar de bron, vulde haar kruik en kwam weer naar boven.

Lees verder hoofdstuk Genesis 24