Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 22:17-24 BasisBijbel (BB)

17. zal Ik je een heel grote zegen geven. Je familie zal zo ontelbaar worden als de sterren aan de hemel, en zo ontelbaar als het zand op het strand. En ze zullen de steden van hun vijanden veroveren en er voor altijd wonen.

18. En door de zegen die op jouw zoon is, zullen alle mensen van de aarde gezegend worden, omdat jij Mij hebt gehoorzaamd."

19. Toen ging Abraham terug naar zijn knechten en samen reisden ze naar Berseba terug. Daar bleef hij wonen.

20. Hierna kreeg Abraham bericht dat ook Milka, de vrouw van zijn broer Nahor, zonen had gekregen.

21. De oudste zoon heette Uz, zijn broer heette Buz en zijn andere broer heette Kemuël. Kemuël had een zoon: Aram.

22. Verder kreeg Milka Chesed, Hazo, Pildas, Jidlaf en Betuël. Betuël kreeg een dochter: Rebekka.

23. Dit zijn de acht zonen van Milka, de vrouw van Abrahams broer Nahor.

24. Ook Nahors bijvrouw Reüma kreeg zonen: Tebach, Gaham, Tahas en Maächa.

Lees verder hoofdstuk Genesis 22