Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 20:1-3 BasisBijbel (BB)

1. Abraham trok verder en ging weer naar het Zuiderland. Hij ging in het gebied tussen Kades en Sur wonen. Hij woonde een tijd als vreemdeling in Gerar.

2. Abraham had ook daar van zijn vrouw Sara gezegd dat ze zijn zus was. Abimelech, de koning van Gerar, liet Sara ophalen [ omdat hij haar als vrouw wilde ].

3. Maar God kwam 's nachts in een droom naar Abimelech toe. In die droom zei Hij: "Ik ga je doden, omdat je deze vrouw hebt genomen. Want ze is getrouwd."

Lees verder hoofdstuk Genesis 20