Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 18:5-21 BasisBijbel (BB)

5. Ik zal u wat te eten brengen, zodat u een beetje opknapt voordat u verder reist. Want daarvoor bent u toch bij mij langsgekomen!" Ze zeiden: "Graag!"

6. Abraham ging snel naar Sara in de tent en zei: "Ga vlug deeg maken en brood bakken!"

7. Daarna liep Abraham naar de koeien en koos een gezond, vet kalf uit. Hij bracht het naar de knecht, die het snel voor hem ging slachten en klaarmaken.

8. Toen het eten klaar was, zette hij het voor de mannen neer, met boter en melk. Hij bleef onder de boom staan terwijl zij aten.

9. Toen vroegen ze hem: "Waar is je vrouw Sara?" Hij zei: "Daar, in de tent."

10. En Hij zei tegen hem: "Over een jaar kom Ik bij je terug. Dan zal je vrouw Sara een zoon hebben." Sara luisterde bij de ingang van de tent, die achter Hem was.

11. Abraham en Sara waren al heel erg oud. Sara was allang te oud om nog kinderen te kunnen krijgen.

12. Daarom lachte Sara in zichzelf en dacht: "Alsof ik nog naar mijn man zou verlangen, nu we allebei al zo oud zijn!"

13. Toen zei de Heer tegen Abraham: "Waarom lacht Sara daar? Waarom zegt ze: 'Alsof ik nog een kind zou krijgen, terwijl ik al zo oud ben!'?

14. Voor de Heer is niets te wonderlijk! Op de juiste tijd, over een jaar, zal Ik bij jullie terugkomen. Dan zal Sara een zoon hebben."

15. Toen loog Sara en zei: "Ik heb niet gelachen." Want ze was bang. Maar de Heer zei: "Dat is niet waar. Je hebt wél gelachen."

16. Toen vertrokken de mannen in de richting van Sodom. Abraham liep een eind met hen mee.

17. De Heer dacht: "Ik zal niet voor Abraham verbergen wat Ik ga doen.

18. Want Abraham zal een groot en machtig volk worden. Door de zegen die op hem is, zullen alle mensen van de aarde gezegend worden.

19. Want hem heb Ik uitgekozen. Hij moet zijn zonen leren hoe ze met Mij moeten leven. Hij zal hen leren eerlijk en rechtvaardig te zijn. Want dan kan Ik doen wat Ik aan Abraham heb beloofd."

20. Daarom zei de Heer: "Er wordt luid geklaagd over wat de mensen in Sodom en Gomorra doen. Want ze doen er verschrikkelijke dingen.

21. Ik wil gaan kijken of het inderdaad zo erg is als Ik gehoord heb. Ik wil het weten."

Lees verder hoofdstuk Genesis 18