Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 17:22-27 BasisBijbel (BB)

22. Toen was God uitgesproken en ging bij Abraham weg, terug naar de hemel.

23. Diezelfde dag nog besneed Abraham zijn zoon Ismaël. Ook besneed hij al zijn slaven: de slaven die in zijn huis geboren waren en de slaven die hij had gekocht, alle mannen in zijn huis, zoals God tegen hem had gezegd.

24. Abraham was 99 jaar toen hij zich liet besnijden.

25. Zijn zoon Ismaël was 13 jaar toen hij besneden werd.

26. en

27. Op de dag dat God het had bevolen, werden ze allebei besneden, samen met alle andere mannen die bij Abraham hoorden.

Lees verder hoofdstuk Genesis 17