Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 10:23-32 BasisBijbel (BB)

23. De zonen van Aram waren: Uz, Hul, Geter en Mas.

24. Arpachsad kreeg een zoon: Sela. Sela kreeg een zoon: Heber.

25. Heber kreeg twee zonen: de ene heette Peleg [ (= 'scheiding') ], want in zijn tijd werd de aarde gedeeld. De andere zoon, de broer van Peleg, heette Joktan.

26. De zonen van Joktan waren: Almodad, Selef, Hazarmavet, Jera,

27. Hadoram, Uzal, Dikla,

28. Obal, Abimaël, Scheba,

29. Ofir, Havila en Jobab. Dat waren de zonen van Joktan.

30. Ze woonden vanaf Mescha naar het oosten, in de richting van de bergen van Sefar.

31. Dit waren de zonen van Sem. Ze woonden in verschillende gebieden, verdeeld volgens hun stammen en families, met allemaal een eigen taal.

32. Dit zijn de families van de zonen van Noach. Deze families werden volken die zich na de grote overstroming over de aarde verspreidden.

Lees verder hoofdstuk Genesis 10