Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 5:1-4 BasisBijbel (BB)

1. De Heer zei tegen mij: "Mensenzoon, neem een zwaard dat zo scherp geslepen is als een scheermes. Scheer daarmee je haar en je baard af. Leg het haar daarna op een weegschaal en verdeel het in drie delen.

2. Eén derde deel van het haar moet je midden in de stad [ die je op de kleitegel getekend hebt ] verbranden. Doe dat wanneer de 390 dagen van de omsingeling van Jeruzalem voorbij zijn. Eén derde deel moet je met een mes rond de stad stukhakken. En één derde deel moet je laten wegwaaien in de wind. Dat betekent dat zij [ die vluchten ] altijd opgejaagd en in gevaar zullen zijn.

3. Maar houd een paar haren apart. Een paar daarvan moet je vastmaken in de plooien van je mantel.

4. De andere gooi je in het vuur, zodat ze verbranden. Dat betekent dat Ik het vuur van mijn woede over het volk Israël uitstort.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 5