Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 46:1-7 BasisBijbel (BB)

1. Dit zegt de Heer: De poort aan de oostkant van het binnenplein moet op de zes werkdagen dicht blijven. Maar op de heilige rustdag moeten jullie hem open zetten. Ook op de eerste dag van de maand.

2. Dan moet de koning van buitenaf door de voorhal van de poort naar binnen gaan en in de poort voor de drempel blijven staan. Dan moeten de priesters zijn brand-offer en dank-offer klaarmaken. Daarna moet de koning neerknielen op de drempel van de poort en dan weer terug naar buiten gaan. De poort moet tot de avond open blijven.

3. Het volk moet ook op de heilige rustdagen en op de eerste dag van de maand bij de ingang van die poort komen en voor de Heer neerknielen.

4. Op de heilige rustdag moet de koning een offer aan de Heer brengen: zes gezonde jonge vrouwtjes-schapen en één gezond mannetjes-schaap.

5. Als meel-offer offert hij bij het mannetjes-schaap 1 efa meel [ (22 liter) ] en bij de vrouwtjes-schapen zoveel meel als hij kan. Bij elke efa meel offert hij 1 hin olijf-olie [ (3,7 liter) ].

6. Op de eerste dag van de maand offert hij een jonge stier, zes jonge vrouwtjes-schapen en één mannetjes-schaap. Alle dieren moeten helemaal gezond zijn.

7. Bij de stier en bij het mannetjes-schaap offert hij 1 efa meel. Als meel-offer offert hij bij de schapen zoveel meel als hij kan. Bij elke efa meel offert hij 1 hin olijf-olie.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 46