Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 44:26-31 BasisBijbel (BB)

26. Als ze een dode hebben aangeraakt, moeten ze zich volgens de regels reinigen. Na zeven dagen zijn ze weer rein.

27. En op de dag dat ze weer op het binnenplein mogen komen om Mij te dienen, moeten ze een vergevings-offer brengen, zegt de Heer.

28. De priesters zullen geen eigen stuk grond hebben. Want ze hebben Mij: Ik zorg voor hen.

29. Ze zullen leven van de meel-offers, vergevings-offers en schuld-offers. Verder mogen ze van alles eten wat in Israël voor Mij is.

30. Ze krijgen het beste van het eerste deel van de oogst, van de eerstgeboren dieren en van het meel. Van alles wat de Israëlieten aan Mij geven, mogen ze eten. Het beste deel van alles moeten jullie aan de priesters geven. Dan zal Ik goed voor jullie zijn.

31. Maar de priesters mogen geen vee of vogels eten die vanzelf zijn doodgegaan of die door wilde dieren zijn gedood."

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 44