Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 44:1-3 BasisBijbel (BB)

1. Toen bracht de man mij terug naar de buitenpoort aan de oostkant van de tempel. De poort was dicht.

2. De Heer zei tegen mij: "Deze poort moet dicht blijven. Hij mag nooit open gedaan worden. Er mag niemand door naar binnen gaan. Want Ik, de Heer, de God van Israël, ben door die poort naar binnen gegaan. Daarom moet die poort dicht blijven.

3. Alleen de koning mag in die poort komen: hij mag daar gaan zitten om van zijn offers te eten. Hij eet daar dan bij Mij. Maar hij mag alleen via de voorhal de poort binnengaan en moet ook weer via de voorhal naar buiten gaan."

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 44