Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 40:35-49 BasisBijbel (BB)

35. Daarna bracht de man me naar de poort aan de noordkant. Hij meette de afmetingen van de poort. Ook deze poort had dezelfde maten.

36. Ook de kamers, muren en voorhal hadden dezelfde maten als in de andere poorten. Ook hier waren aan alle kanten ramen. En ook deze poort was 50 el [ (26,5 m) ] lang en 25 el [ (13,25 m) ] breed.

37. De voorhal was aan de kant van het buitenplein. Aan beide kanten waren de pilaren versierd met afbeeldingen van palmbomen. Ook voor deze poort was een trap met acht treden.

38. Bij de pilaren van deze poort was [ links en rechts ] een kamer die werd gebruikt om het vlees voor de brand-offers af te spoelen.

39. In de voorhal van de poort stonden links en rechts twee tafels. Die waren voor het slachten van de dieren voor de brand-offers, vergevings-offers en schuld-offers.

40. Buiten deze poort, in de richting van de andere poort aan de noordkant, stonden ook aan elke kant van de poort twee tafels tegen de muur van de voorhal.

41. Zo waren er vier tafels aan elke kant van de poort, waarvan er twee binnen stonden en twee buiten. In totaal acht tafels waarop dieren geslacht konden worden.

42. De tafels voor de brand-offers waren van uitgehakte stenen gemaakt. Ze waren 1½ el [ (79,5 cm) ] lang, 1½ el breed en 1 el [ (53 cm) ] hoog. Daarop lagen de gereedschappen waarmee de dieren werden geslacht.

43. Rondom in de hal hingen haken van 1 hand breed [ (8,4 cm) ] aan de muren. De tafels waren om het vlees voor de offers op neer te leggen.

44. Twee kamers van de binnenste poort kwamen uit op het binnenplein. Die waren voor de zangers. Ze waren tegen de noordpoort aan gebouwd. De ene kamer was aan de noordkant van de poort en de andere aan de zuidkant van de poort. De kamer aan de noordkant had de ingang aan de zuidkant. De kamer aan de zuidkant had de ingang aan de noordkant.

45. De man zei tegen mij: "De kamer aan de noordkant is voor de priesters die in de tempel dienst doen.

46. De kamer aan de zuidkant is voor de priesters uit de familie van Zadok . Zij zijn de enige Levieten die de offers mogen brengen."

47. Daarna meette hij het binnenplein. Het was 100 el [ (53 m) ] lang en 100 el [ (53 m) ] breed, dus vierkant. Op het binnenplein stond het tempelhuis. Vóór het tempelhuis stond het altaar.

48. Toen bracht de man mij naar de voorhal van het tempelhuis. Hij meette een pilaar van de voorhal. Die was 5 el [ (2,65 m) ] dik. De pilaar aan de ene kant was 5 el dik en de pilaar aan de andere kant was 5 el dik. De ingang van de poort aan de ene kant was 3 el [ (1,59 m) ] breed en de ingang aan de andere kant van de poort was 3 el breed.

49. De hal was 20 el [ (10,6 m) ] lang en 11 el [ (5,83 m) ] breed. Je kwam er binnen via een aantal traptreden. Aan de linkerkant en aan de rechterkant van de ingang stond tegen de muur een pilaar. (lees verder)

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 40