10. In de poort waren aan elke kant drie kamers. Ze waren allemaal even groot. Ook de muren ertussen waren overal even groot.
11. Toen meette de man de deur van de poort. De deur was 10 el breed [ (5,3 m) ]. De ruimte van de ene kamer tot de kamer er tegenover was 13 el [ (6,89 m) ].
12. Vóór de kamers was links en rechts een muurtje van 1 el [ (53 cm) ] hoog. Alle kamers waren vierkant: 6 el [ (3,18 m) ] breed en 6 el lang.