Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 40:1-4 BasisBijbel (BB)

1. In het 25e jaar [ dat we als gevangenen in Babylonië woonden, ] kwam op de tiende dag van de eerste maand Gods Geest over mij. Het was die dag precies 14 jaar geleden dat Jeruzalem was verwoest. De Geest van de Heer nam mijn geest mee naar Jeruzalem.

2. Hij bracht me naar het land Israël. Ik stond op een heel hoge berg. Op de zuidhelling van de berg was iets gebouwd dat op een stad leek.

3. In de poort zag ik een man staan die glansde als koper. Hij had een meetlint en een meetstok in zijn hand.

4. De man zei tegen mij: "Mensenzoon, let goed op wat je hier zal zien en horen. Want daarvoor ben je hier gebracht. Vertel later aan het volk Israël alles wat je hier hebt gezien."

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 40