Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 37:14-25 BasisBijbel (BB)

14. Ik zal mijn Geest in jullie blazen, zodat jullie weer levend worden. En Ik zal jullie weer naar je land brengen. Jullie zullen beseffen dat Ik doe wat Ik heb gezegd."

15. De Heer zei tegen mij:

16. "Mensenzoon, neem twee stukken hout. Schrijf op het ene stuk: 'Voor [ het koninkrijk ] Juda en de stammen van Israël die daarbij horen.' En schrijf op het andere stuk: 'Voor [ het koninkrijk ] Israël en de stammen van Israël die daarbij horen.'

17. Houd de stukken hout dan zó in je hand, dat ze één geheel worden.

18. De mensen zullen aan je vragen: 'Wil je ons uitleggen wat je daarmee bedoelt?'

19. Antwoord dan: Dit zegt de Heer: Ik neem het stuk hout van Efraïm (de zoon van Jozef) en de stammen van Israël die daarbij horen, en Ik maak het één geheel met het stuk hout van Juda. Zo zullen ze samen één geheel in mijn hand zijn.

20. Houd die twee stukken hout waarop je geschreven hebt, in je hand en laat de mensen ze zien.

21. Zeg dan tegen hen: Dit zegt de Heer: Ik haal de Israëlieten op uit de landen waar ze zijn gaan wonen. Ik zal hen van overal verzamelen en naar hun eigen land brengen.

22. Ik zal één volk van hen maken op de bergen van Israël. Ze zullen samen maar één koning hebben. Ze zullen nooit meer twee koninkrijken zijn, met twee koningen.

23. Ze zullen zichzelf niet langer bederven met hun walgelijke afgoden en met de vreselijke dingen die ze doen. Ik zal hen redden uit alle plaatsen waar ze vreselijke dingen hebben gedaan. Ik zal hen schoonwassen van al hun ongehoorzaamheid aan Mij. Dan zullen ze mijn volk zijn en zal Ik hun God zijn.

24. Mijn dienaar David zal hun Koning zijn. Eén Koning zal hun Herder zijn. Ze zullen leven zoals Ik het wil. Ze zullen zich aan mijn wetten en leefregels houden.

25. Ze zullen wonen in het land dat Ik aan mijn dienaar Jakob heb gegeven, het land waar hun voorouders hebben gewoond. Ja, ze zullen daar voor altijd wonen: zij, hun kinderen, hun kleinkinderen en de kinderen van hun kleinkinderen. Mijn dienaar David zal voor altijd hun Koning zijn.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 37