Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 23:11-21 BasisBijbel (BB)

11. Haar zus Oholiba zag hoe het met Ohola afliep. Maar toch werd ze nog erger dan zij.

12. Ook zij werd verliefd op de knappe jongemannen uit Assur , bestuurders van landen en provincies, en allemaal goede ruiters.

13. Ik zag dat ze dezelfde vreselijke dingen deed als haar zus Ohola.

14. Ze was zelfs nog erger. Want op een keer zag ze tekeningen van Babylonische mannen, op de muren getekend met krijt.

15. Ze hadden een gordel om hun heupen en een gekleurde tulband op hun hoofd. Ze zagen eruit als Babylonische legeraanvoerders.

16. Zodra ze die zag, werd ze hevig verliefd op hen. Ze stuurde boodschappers naar Babylonië.

17. En ze kwamen naar haar toe en gingen allemaal met haar naar bed. Maar ze kreeg weer genoeg van hen.

18. Iedereen wist wat ze deed, want ze verborg het voor niemand. Ik walgde van haar, net zoals Ik walgde van haar zus Ohola.

19. Ze wist van geen ophouden, net als toen ze nog jong was en in Egypte woonde. Ze werd steeds erger.

20. Ze verlangde altijd naar andere mannen. En die mannen waren net zo gretig als ezels of paarden in de paartijd.

21. Ja, je hebt dezelfde dingen gedaan als toen je nog jong was, toen de Egyptenaren je graag wilden hebben omdat je zo jong en mooi was.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 23