Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 14:2-5 BasisBijbel (BB)

2. Toen zei de Heer tegen mij:

3. "Mensenzoon, deze mannen houden van hun walgelijke afgoden. Ze vertrouwen op iets dat niets voor hen kan doen. Menen ze het dan als ze Mij nu om raad komen vragen?

4. Zeg daarom tegen hen: Dit zegt de Heer: Als een Israëliet van zijn walgelijke afgoden houdt, en daarop vertrouwt, zal hij bedrogen uitkomen. Als hij dan naar de profeet komt, zal Ik hem laten weten wat Ik vanwege al zijn walgelijke afgoden met hem zal doen.

5. Zo wil Ik tot Israëls hart laten doordringen wat ze aan het doen zijn. Want ze vertrouwen liever op hun walgelijke afgoden dan op Mij.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 14