Oude Testament

Nieuwe Testament

Ezechiël 12:6-15 BasisBijbel (BB)

6. Hijs het pak op je schouders en vertrek als het helemaal donker is geworden. Sla een doek om je gezicht, zodat je het land niet kan zien. Zo zul je een voorbeeld zijn voor het volk Israël."

7. Ik deed wat de Heer mij had bevolen. Alles wat ik nodig zou hebben als ik als gevangene naar een ander land zou vertrekken, bracht ik overdag naar buiten [ en maakte er een pak van ]. 's Avonds maakte ik met mijn handen een gat in de omheining rond mijn huis. Toen het donker werd, hees ik het pak op mijn schouders en vertrok door het gat. De mensen keken toe.

8. 's Morgens zei de Heer tegen mij:

9. "Mensenzoon, die koppige en eigenwijze mensen hebben je toch gevraagd: 'Wat ben je aan het doen?'

10. Antwoord hun: Dit zegt de Heer: Wat jullie mij hebben zien doen, moest ik doen van de Heer. Het laat zien wat er gaat gebeuren met de koning en met alle bewoners van Juda.

11. Wat jullie mij hebben zien doen, is wat er met hen gaat gebeuren. Ze zullen gevangen meegenomen worden naar een ander land.

12. De koning zal, als het donker wordt, een pak op zijn schouders hijsen en naar buiten gaan. Ze zullen voor hem een gat in de stadsmuur maken waardoor hij kan vertrekken. Hij zal een doek om zijn gezicht doen, zodat hij het land niet zal zien.

13. De Heer zegt: zoals je een dier vangt, zo zal Ik hem vangen in mijn vangnet. Ik zal hem naar Babylonië brengen. Maar hij zal dat land niet zien. En in dat land zal hij sterven.

14. Zijn lijfwacht en zijn soldaten zal Ik naar alle windrichtingen wegjagen. Ze zullen altijd opgejaagd en in gevaar zijn.

15. Ik zal hen onder de volken verspreiden. Dan zullen ze beseffen dat Ik de Heer ben.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 12