Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 6:11-27 BasisBijbel (BB)

11. Maar Mozes antwoordde: "Heer, de Israëlieten luisterden al niet eens naar me. Waarom zou de Farao dan wél naar me luisteren? Ik kan niet eens goed spreken!"

12. Maar de Heer stuurde Mozes en Aäron naar de Israëlieten en naar de Farao. Hij wilde dat zij de Israëlieten uit Egypte zouden meenemen.

13. Dit zijn de familiehoofden van de familie van Israël:De zonen van Ruben, de oudste zoon van Israël, waren: Henoch, Pallu, Hezron en Karmi. Zij zijn de familiehoofden uit de familie van Ruben.

14. De zonen van Simeon waren: Jemuel, Jamin, Ohad, Jachin, Zohar en Saul. Saul was de zoon van een vrouw uit Kanaän. Zij zijn de familiehoofden uit de familie van Simeon.

15. En dit zijn de zonen van Levi in de volgorde waarop ze geboren zijn: Gerson, Kehat en Merari. Levi werd 137 jaar.

16. De zonen van Gerson waren: Libni en Simeï. Dat zijn ook de namen van hun families.

17. De zonen van Kehat waren: Amram, Jizhar, Hebron en Uzziël. Kehat werd 133 jaar.

18. De zonen van Merari waren: Mali en Musi.Zij zijn de familiehoofden uit de familie van Levi.

19. Amram trouwde met Jochebed, zijn tante. Jochebed raakte in verwachting en kreeg twee zonen: Aäron en Mozes. Amram werd 137 jaar.

20. De zonen van Jizhar waren: Korach, Nefeg en Zichri.

21. De zonen van Uzziël waren: Misaël, Elsafan en Sitri.

22. Aäron trouwde met Eliseba, de dochter van Amminadab. Ze was de zus van Nahesson. Ze raakte in verwachting en kreeg vier zonen: Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar.

23. De zonen van Korach waren Assir, Elkana en Abiasaf. Zij zijn de familiehoofden van de familie van Korach.

24. Eleazar, de zoon van Aäron, trouwde met één van de dochters van Putiël. Ze kreeg een zoon: Pinehas.Dit zijn de familiehoofden van de stam van Levi. Dat zijn ook de namen van hun families.

25. En dit zijn die Aäron en Mozes tegen wie de Heer heeft gezegd: "Neem het hele volk van de Israëlieten mee uit Egypte.'

26. Zij zijn het die tegen de Farao hebben gezegd dat hij de Israëlieten uit Egypte moest laten vertrekken. Dit zijn die Mozes en Aäron.

27. In Egypte zei de Heer tegen Mozes:

Lees verder hoofdstuk Exodus 6