18. de pinnen van de tent en van de omheining, de touwen,
19. de kleren voor de mensen die dienst doen in het heiligdom en de heilige kleren die Aäron en zijn zonen als priesters nodig hebben."
20. Toen ging het hele volk naar huis.
21. Daarna kwam iedereen die dat graag wilde aan de Heer een geschenk brengen voor de tent van ontmoeting, voor de dienst [ aan God ] en voor de heilige kleren.