Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 32:32-35 BasisBijbel (BB)

32. Maar vergeef het hun alstublieft. En als U dat niet wil doen, haal míjn naam dan maar weg uit het Boek [ van het leven ] waarin U onze namen heeft geschreven[ , in plaats van hún naam ]."

33. Maar de Heer zei tegen Mozes: "Alleen mensen die ongehoorzaam aan Mij zijn geweest, haal Ik weg uit mijn Boek.

34. Maar ga nu op weg en breng dit volk naar het land waar Ik het over gehad heb. Mijn engel zal voor jullie uit gaan. Maar op een dag zullen ze de gevolgen dragen voor hun ongehoorzaamheid."

35. Zo strafte de Heer het volk, omdat het tegen Aäron had gezegd dat hij een kalf voor hen moest maken.

Lees verder hoofdstuk Exodus 32