Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 30:11-20 BasisBijbel (BB)

11. De Heer zei tegen Mozes:

12. "Als je de Israëlieten telt [ die 20 jaar of ouder zijn ], moeten al deze mannen een losgeld aan Mij betalen in ruil voor hun leven. Als ze dat niet doen, zal er een ramp over hen komen als ze worden geteld.

13. Iedereen die bij de 'getelden' gaat horen, moet een ½ sikkel zilver [ (5½ gram) ] betalen. Je moet die afmeten met de sikkel die in het heiligdom wordt gebruikt. Die sikkel is 20 gera [ (11 gram) ]. Iedereen moet die ½ sikkel aan Mij geven.

14. Iedereen van 20 jaar en ouder wordt geteld en moet dat bedrag geven.

15. Rijke mensen mogen niet méér geven en arme mensen mogen niet minder geven. Het is het losgeld voor hun leven.

16. Dat geld moet gebruikt worden voor de dienst in het heiligdom. Daardoor zal Ik niet vergeten dat ze zijn vrijgekocht."

17. De Heer zei tegen Mozes:

18. "Maak een grote koperen waskom met een koperen voetstuk. Zet die neer tussen de tent van ontmoeting en het altaar [ voor de brand-offers ]. Doe er water in.

19. Aäron en zijn zonen moeten daarin hun handen en voeten wassen.

20. en

Lees verder hoofdstuk Exodus 30