Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 27:4-13 BasisBijbel (BB)

4. Maak een rooster, een netwerk van koper. Op elke hoek komt een koperen ring.

5. Maak het rooster halverwege het altaar vast, onder de rand van het altaar.

6. Maak draagstokken van acaciahout en bedek ze met koper.

7. De draagstokken moeten in de ringen [ van het rooster ] worden gestoken. Daaraan moet het altaar worden gedragen.

8. Maak het altaar van planken. Het altaar moet hol blijven. Maak het volgens het voorbeeld dat Ik je op de berg heb laten zien.

9. Maak een omheining rond de tent. Aan de zuidkant komt een doek van fijn linnen van 100 el [ (45 m) ].

10. Het hangt aan 20 palen die allemaal in een koperen voetstuk staan. Maak aan de palen haken en dwarsstangen van zilver [ om het gordijn aan vast te maken ].

11. Ook aan de noordkant komt een doek van 100 el, aan 20 palen die allemaal in een koperen voetstuk staan. Maak aan de palen haken en dwarsstangen van zilver [ om het doek aan vast te maken ].

12. Aan de westkant komt een doek van 50 el [ (22½ m) ].

13. Ook de oostkant wordt 50 el.

Lees verder hoofdstuk Exodus 27