Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 11:1-4 BasisBijbel (BB)

1. (Voordat dit gebeurde, had de Heer tegen Mozes gezegd: "Ik zal nog één ramp over de Farao en Egypte laten komen. Daarna zal hij jullie allemaal laten gaan. Hij zal jullie hier zelfs met geweld wegjagen.

2. Zeg tegen het volk dat iedereen van zijn [ Egyptische ] buren om zilveren en gouden voorwerpen moet vragen."

3. En de Heer zorgde ervoor dat de Egyptenaren goed waren voor het volk. Want de dienaren van de Farao en de mensen van het volk hadden veel ontzag voor Mozes.)

4. En Mozes zei [ toen tegen de Farao ]: "Dit zegt de Heer: Rond middernacht trek Ik door Egypte.

Lees verder hoofdstuk Exodus 11