Oude Testament

Nieuwe Testament

Exodus 10:1-3 BasisBijbel (BB)

1. De Heer zei tegen Mozes: "Ga opnieuw naar de Farao. Want Ik heb hem en zijn dienaren zó koppig gemaakt, dat ze niet zullen willen luisteren. Want Ik wil mijn wonderen bij hen doen.

2. Dan zullen jullie aan je kinderen en kleinkinderen vertellen wat Ik voor wonderen in Egypte heb gedaan. Jullie zullen weten dat Ik de Heer ben."

3. Toen gingen Mozes en Aäron weer naar de Farao. Ze zeiden tegen hem: "Dit zegt de Heer, de God van de Hebreeën: hoelang zult u blijven weigeren om Mij te gehoorzamen? Laat mijn volk vertrekken, zodat ze Mij kunnen aanbidden.

Lees verder hoofdstuk Exodus 10