Oude Testament

Nieuwe Testament

Ester 7:1-5 BasisBijbel (BB)

1. De koning en Haman kwamen naar Esters feestmaaltijd.

2. Toen ze na het eten wijn zaten te drinken, zei de koning ook deze tweede dag tegen Ester: "Wat wil je me vragen, koningin Ester? Vraag wat je wil, en ik zal het je geven. Al is het de helft van mijn koninkrijk."

3. Toen antwoordde koningin Ester: "Ik smeek u, mijn heer de koning, om mij en mijn volk van de dood te redden.

4. Want we zijn verkocht en we zullen worden vermoord. Mijn volk zal totaal vernietigd worden. Als we als slaven verkocht zouden worden, zou ik niets hebben gezegd. Maar ook dát zou een enorme schade voor de koning zijn geweest, een schade die met geen geldbedrag te vergoeden is."

5. Toen zei koning Ahasveros: "Wie heeft zoiets durven bedenken? En waar is hij?"

Lees verder hoofdstuk Ester 7