Oude Testament

Nieuwe Testament

Ester 3:2-6 BasisBijbel (BB)

2. Iedereen in het paleis moest diep voor Haman buigen wanneer hij langskwam. Want dat had de koning bevolen. Maar Mordechai weigerde dat. Hij knielde niet en boog niet voor Haman.

3. De dienaren van de koning die de poort bewaakten, zeiden tegen Mordechai: "Waarom kniel je niet? Doe toch wat de koning heeft bevolen!"

4. Elke dag waarschuwden ze hem, maar hij wilde niet luisteren. Toen gingen ze het tegen Haman zeggen. Ze wilden kijken of Mordechai dan nog steeds durfde te weigeren om te buigen. Want hij had tegen hen gezegd dat hij een Judeeër was.

5. Toen Haman merkte dat Mordechai niet voor hem boog en niet knielde, werd hij woedend.

6. Ze hadden hem verteld van welk volk Mordechai was. Haman vond het niet genoeg om alleen Mordechai te doden. Hij probeerde een manier te bedenken om het hele volk van Mordechai te vernietigen. Hij wilde alle Judeeërs in het hele koninkrijk van koning Ahasveros doden.

Lees verder hoofdstuk Ester 3