Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 7:9-21 BasisBijbel (BB)

9. Want Hij wilde dat jullie zouden toegeven dat jullie Heer God een trouwe God is. Dat Hij Zich aan zijn verbond houdt. Hij laat zien dat Hij vriendelijk is voor mensen die van Hem houden en die zich aan zijn wetten houden. Hij is goed voor hen en voor de duizenden mensen die van hen afstammen.

10. Maar met de mensen die Hem niet willen gehoorzamen, zal het slecht gaan. Hij zal hen vernietigen. Hij stelt dat niet uit, maar doet dat meteen.

11. Houd je dus aan de wetten en leefregels die ik jullie nu geef.

12. Als jullie je daaraan houden, zal jullie Heer God Zich houden aan het verbond dat Hij met jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft gesloten. Hij zal goed voor jullie zijn.

13. Hij zal van jullie houden en goed voor jullie zijn. Hij zal jullie tot een groot volk maken in het land dat Hij aan jullie voorvaders heeft beloofd. Hij zal jullie kinderen en jullie oogsten zegenen. Hij zal jullie graan, wijnstruiken en olijfbomen zegenen. Hij zal de jonge dieren van jullie vee zegenen.

14. Jullie zullen méér gezegend zijn dan alle andere volken. Er zal niemand zijn die geen kinderen kan krijgen. Ook zullen er geen dieren zijn die geen jongen kunnen krijgen.

15. De Heer zal alle ziekten bij jullie vandaan houden. Hij zal geen één van de rampen en ziekten die bij de Egyptenaren zijn gebeurd, bij jullie laten gebeuren. Maar Hij zal die rampen en ziekten laten komen over jullie vijanden.

16. Vernietig alle volken die de Heer God in jullie macht zal geven. Heb geen medelijden met hen en laat hen niet in leven. Ga hun goden niet aanbidden. Want anders zal het slecht met jullie aflopen.

17. Jullie vragen je misschien af: 'Die volken zijn groter dan wij. Hoe kunnen we hen dan wegjagen?'

18. Maar jullie moeten niet bang voor hen zijn. Denk steeds aan wat jullie Heer God met de Farao en heel Egypte heeft gedaan.

19. Denk aan de grote rampen die jullie zelf hebben gezien. Aan de wonderen en de macht van de Heer waarmee Hij jullie uit Egypte heeft bevrijd. Hetzelfde zal jullie Heer God doen met alle volken waar jullie bang voor zijn.

20. Verder zal jullie Heer God grote wespen op hen afsturen. De mensen die nog waren overgebleven en die zich voor jullie hadden verborgen, zullen door die wespen gedood worden.

21. Wees dus niet bang voor die volken. Want jullie Heer God is bij jullie. Hij is een machtige en ontzagwekkende God.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 7