Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 6:10-22 BasisBijbel (BB)

10. Jullie Heer God zal jullie in het land brengen, zoals Hij aan jullie voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob heeft beloofd. Hij zal jullie grote, goede steden geven die jullie niet hebben gebouwd.

11. En huizen vol met allerlei spullen die jullie daar niet hebben neergezet. En waterputten die jullie niet hebben uitgehakt. En wijngaarden en olijfbomen die jullie niet hebben geplant. Jullie zullen meer dan genoeg te eten hebben.

12. Wanneer het dan zo goed met jullie gaat, pas er dan voor op dat jullie de Heer niet vergeten. Want Hij heeft jullie uit de slavernij in Egypte bevrijd.

13. Blijf diep ontzag voor Hem hebben. Dien alleen Hem en zweer alleen bij Hem.

14. Ga niet de goden van de volken om jullie heen aanbidden.

15. Want jullie Heer God is een jaloers God [ en Hij wil niet dat jullie andere goden aanbidden ]. Zorg ervoor dat Hij niet zó boos op jullie wordt, dat Hij jullie van de aardbodem wegveegt.

16. Daag jullie Heer God niet uit, zoals jullie bij Massa hebben gedaan.

17. Houd je heel precies aan de wetten en leefregels die de Heer God aan jullie heeft gegeven.

18. Leef zoals de Heer het wil. Dan zal het goed met jullie gaan. Dan zullen jullie het prachtige land binnengaan dat de Heer aan jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft beloofd. En het zal van jullie zijn.

19. Jullie zullen alle vijanden kunnen wegjagen, zoals de Heer heeft beloofd.

20. Als jullie kinderen later aan jullie vragen: 'Wat zijn dat voor wetten en leefregels die onze Heer God aan jullie heeft gegeven?'

21. dan moeten jullie antwoorden: 'We waren slaven van de Farao in Egypte. Maar de Heer heeft ons daar op een machtige manier bevrijd.

22. Hij heeft ons grote wonderen laten zien: rampen die Egypte, de Farao en zijn hele familie vernietigden.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 6