Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 33:17-23 BasisBijbel (BB)

17. Hij is sterk als een prachtige stier, als een wilde buffel. Met zijn horens zal hij alle volken neerstoten. Zijn zoon Efraïm zal aanvoerder van tienduizenden zijn en zijn zoon Manasse van duizenden."

18. Van [ de stammen ] van Zebulon en Issaschar zei hij:"Wees blij, Zebulon en Issaschar, wanneer jullie verre tochten maken en wanneer jullie thuis zijn.

19. Jullie nodigen de andere stammen uit om naar de berg te komen. Daar zullen jullie samen offers brengen zoals die in de wet staan. Jullie zullen genieten van de rijkdommen van de zeeën en van de schatten die in het zand verborgen zijn."

20. Van [ de stam van ] Gad zei hij:"Prijs de Heer, die Gad veel ruimte heeft gegeven. Gad is sterk als een leeuw: hij verplettert armen en hoofden.

21. Hij koos voor zichzelf het beste deel van het land, een koninklijk stuk grond. Hij leidde het volk. Hij deed wat de Heer wilde en gehoorzaamde Gods bevelen aan Israël."

22. Van [ de stam van ] Dan zei hij:"Dan is als een leeuwenjong. Hij springt tevoorschijn, zoals een leeuw uit Bazan."

23. Van [ de stam van ] Naftali zei hij: "Naftali is één en al tevredenheid en vol van de zegen van de Heer. Naftali, verover het westen en het zuiden."

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 33