Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 33:10-14 BasisBijbel (BB)

10. Zij leren het volk van Israël uw wetten en leefregels. Ze brengen U wierook-offers en brand-offers.

11. Heer, wees goed voor hen en geniet van alles wat ze voor U doen. Verpletter hun vijanden, zodat ze nooit meer opstaan."

12. Van [ de stam van ] Benjamin zei hij:"Hij is de vriend van de Heer. Hij zal veilig bij Hem wonen. God beschermt hem altijd en woont bij hem tussen zijn berghellingen."

13. Van [ de stam van ] Jozef zei hij:"Heer, zegen het land van Jozef met dauw van de hemel en met water onder de aarde.

14. Zegen zijn land met grote oogsten door de zegeningen van de zon en de maan.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 33