Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 32:47-52 BasisBijbel (BB)

47. Want dit zijn geen lege woorden, maar woorden van levensbelang. Want door deze wet te gehoorzamen, zullen jullie lang leven in het land dat jullie gaan veroveren aan de overkant van de Jordaan."

48. Daarna zei de Heer op diezelfde dag tegen Mozes:

49. "Klim de Abarim op (dat is de berg Nebo die in het land Moab ligt, tegenover Jericho). Dan kun je het land Kanaän zien dat Ik aan de Israëlieten ga geven.

50. Daarna zul je op die berg sterven, net zoals je broer Aäron op de berg Horeb is gestorven.

51. en

52. Je mag het land dat Ik aan de Israëlieten ga geven wel zien, maar er niet binnengaan. Want toen jullie bij het water van Meriba waren bij Kades in de woestijn, heb je Mij niet geëerd tegenover de Israëlieten. Daarom zul je het land niet binnengaan.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 32