Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 32:3-8 BasisBijbel (BB)

3. Want ik zal jullie vertellen wie de Heer is.Ik zal onze God prijzen.

4. Hij is de Rots waarop wij stevig staan.Alles wat Hij doet is volmaakt.Alles wat Hij doet is rechtvaardig.Hij is trouw en nooit onrechtvaardig.Hij doet altijd wat Hij heeft beloofd.

5. Maar de mensen zijn ontrouw aan Hem.Ze zijn zijn kinderen niet.Want ze gedragen zich verschrikkelijk.Ze zijn ongehoorzaam en slecht.

6. Dwaas en onverstandig volk!Is dat hoe jullie de Heer bedanken?Hij is toch jullie Vader?Hij heeft jullie toch gekocht?Hij heeft jullie toch gemaakt en jullie een eigen plek gegeven?

7. Denk eens aan vroeger.Vraag eens aan je vader hoe het lang geleden was.Vraag aan de oude mensen om je erover te vertellen.

8. Toen de Allerhoogste God de volken over de aarde verdeelde,gaf Hij elk volk een eigen gebied.Hij stelde hun grenzen vast.Die grenzen werden bepaald door de grootte van het volk Israël.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 32