Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 31:22-29 BasisBijbel (BB)

22. Toen schreef Mozes het lied op en leerde het aan de Israëlieten.

23. En de Heer zei tegen Jozua, de zoon van Nun: "Wees vastberaden en vol vertrouwen. Want jij gaat de Israëlieten in het land brengen dat Ik hun heb beloofd. Ik zal met je zijn."

24. Mozes schreef de hele wet in een boek op.

25. Hij gaf het boek aan de Levieten die de kist van het verbond van de Heer moesten dragen.

26. En hij zei tegen hen: "Leg dit wetboek naast de kist van het verbond van jullie Heer God, als een waarschuwing voor jullie.

27. Want ik weet hoe koppig en ongehoorzaam jullie zijn. Dat waren jullie al toen ik nog bij jullie was, en dat zal nog veel erger worden als ik er niet meer ben!

28. Laat nu alle stamhoofden en leiders hier bij mij komen. Dan zal ik hun het lied leren. De hemel en de aarde zullen het horen en mijn getuigen zijn.

29. Want ik weet dat jullie na mijn dood slechte dingen zullen doen. Jullie zullen je niet houden aan wat ik jullie heb bevolen. Jullie zullen alles helemaal bederven. Daarom zal het in de toekomst slecht met jullie aflopen. Want jullie zullen niet doen wat de Heer wil. Jullie zullen Hem heel kwaad maken door zelfgemaakte goden te gaan aanbidden en dienen."

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 31